top of page

Heidi Tency


De bezorgdheid en de strijdvaardigheid zijn van haar gezicht af te lezen, wanneer Heidi Tency, al jarenlang vrijwilligster bij de Beweging, het over armoede heeft. “Ik heb het vaak moeilijk om de confrontatie aan te gaan met mensen in armoede, maar we moeten als maatschappij durven inzien dat er van hen nog veel te leren is.” Een gesprek over engagement en verontwaardiging.

Ze groeide op in een bescheiden arbeidersgezin en benadrukt dat ze nooit iets tekort kwam. Door de jaren heen is ze gaan beseffen dat haar ouders zich zelf veel hebben ontzegd en het financieel waarschijnlijk niet altijd gemakkelijk hadden.

Heidi: “Ik denk dat mijn rechtvaardigheidsgevoel uit die periode komt. We zijn nooit arm geweest maar ik heb ervaren dat we niet zomaar een paar schoenen of een jas konden kopen. Als kind en tiener begreep ik dat niet altijd. Nu bewonder ik mijn ouders voor de kansen die ze mij gegeven hebben.”

Het was door haar deelname aan een Taporikamp van ATD Vierde Wereld dat Heidi’s ogen al op jonge leeftijd open gingen.

Heidi: “Ik ben in contact gekomen met kinderen en jongeren in armoede door de jongerenwerking van ATD Vierde Wereld in Brussel en later door de stadswerking van Chiro. Tijdens mijn Chirojaren op een bepaald moment een prijs uitgereikt aan de Beweging. Ik kende de organisatie niet, maar de manier van werken, in dialoog gaan met mensen en de structurele aanpak van armoede, vond ik zeer aantrekkelijk. En dus werd ik vrijwilliger.”

Al bleek dat toen niet zo evident.

Heidi: “André De Cock, oprichter van de Beweging, was toen net gestorven en het gemis was enorm voelbaar onder de vrijwilligers. Ik hielp toen mee met de voorbereidingen van de maandelijkse bijeenkomsten. Op huisbezoek ben ik nooit gegaan, waarschijnlijk uit angst voor de confrontatie. Ik heb enkele jaren de bijeenkomsten bijgewoond, maar na de geboorte van ons derde dochtertje kreeg ik het niet meer gecombineerd met werk en gezin. Maar het laat mij nog altijd niet los.”

Kruisbestuiving

Nadien gaf Heidi mee vorm aan ons nieuw organisatiemodel, waarbij ze zich toonde als voorvechter van betrokkenheid. De vrijwilligers zijn het hart van onze organisatie, zegt ze.

Heidi: “De kruisbestuiving tussen vrijwilligers en bestuur is een werkpunt. Het is immers die uitwisseling die ons als organisatie alleen maar sterker kan maken. En we moeten meer naar buiten komen, onze fierheid tonen over wat we doen, mét een positief verhaal. We moeten het hebben over de solidariteit tussen onze gezinnen maar ook met anderen, hun sterkte. Ik zie vaak ook dat zij minder vooroordelen hebben dan politici en officiële instanties. Als maatschappij moeten we durven inzien dat we van hen nog veel kunnen leren.”

Heidi is nog steeds actief bij de Beweging, maar merkt ook in haar eigen omgeving een gebrek aan kunde en kennis als het over armoede en, meer bepaald, over kinderarmoede gaat.

Heidi: “Ik geef mijn kinderen mee dat niet iedereen krijgt waar hij of zij recht op heeft. Op de school van mijn kinderen merk ik dat er te weinig wordt nagedacht over bijvoorbeeld de financiële draagkracht van gezinnen in armoede. Uitstapjes, bosklassen, sportschoenen kopen, dat is niet vanzelfsprekend. Ik zie mijzelf als ambassadrice om mensen hierrond te informeren en hen aan te sporen om het anders aan te pakken.”

Heb je ook een advies voor onze nieuwe voorzitter?

Heidi: “Ik zou hem willen vragen meer dan ooit de verbindende kracht te zijn tussen het bestuur, de vrijwilligers en de dagelijkse werking. Om meer te zijn dan alleen maar de voorzitter van de raad van bestuur.”

bottom of page