top of page

Vrijdag is papadag. Vrijdag.


Voor mij zijn er twee soorten eenzaamheid. Eentje door echtscheiding, waarbij je de ander nog kan opzoeken. En de andere waarbij dat nooit meer mogelijk is. Ze is overleden. En dat doet verdomd veel pijn. Dan weet je pas echt wat eenzaamheid is. Iemand waarmee je al zoveel jaren samen bent en plots is ze er niet meer. Je voelt dat aan je hart, steken en vooral veel verdriet.

Er zijn dagen dat je het niet meer ziet zitten. Maar je moet erdoor, je moet verder leven.

Soms heb ik het gevoel dat ik het ga verliezen. Soms wil ik gewoon gaan zitten en niks meer doen. Ik doe mijn best om de afwas te doen, te wassen, te poetsen en te eten.

Ik spring op mijn brommer en rijd naar Lochristi. Ik zet me op een bankje en kijk naar de plek waar ze uitgestrooid is. Er is geen fysieke plaats meer waar ik naartoe kan gaan. Er zijn kastjes in Lochristi, maar daar had ik het geld niet voor. Ik heb de kist zelf betaald en dat was al ontzettend duur. Maar ik vond dat belangrijk voor haar en voor mijn kinderen.

Vlak nadat ze overleden is, hing de familie aan elkaar. Dat deed zo’n deugd! Maar de eensgezindheid ebt weer langzaam weg. Vrijdag is papadag. Eén dochter komt elke vrijdag eten. Dat geeft weer energie. Ze kan me dan ook even vooruit helpen als ik ergens vast zit. Ze vragen me regelmatig mee om te gaan shoppen. Dat is dan winkel in, winkel uit. Zoals vrouwen dat kunnen! Ik kan dan samen met mijn schoonzoon puffen.

Voor mezelf koken, vraagt elke dag moed en courage. Maar zeker ook de afwas erna. Je stelt je soms de vraag waarvoor je het allemaal doet? Er komt toch niemand op bezoek. Mijn kinderen zeggen vaak: “Papa, waarom draag je je hoorapparaat niet?”. Waarom zou ik? Er spreekt toch niemand tegen mij.

Jaren heb we samen voor een sociale woning moeten vechten. Dan hebben we er eindelijk één, en boenk, ze is er niet meer. Ze heeft in de gang bij ons thuis een haak opgehangen. Een haak die met lijm vasthing, maar omdat de haak altijd naar beneden viel wanneer ze haar vest eraan hing heeft ze op een dag een hamer gepakt en er een spijker ingeslagen. Die haak hangt er nog steeds.

Onze buren ken ik niet goed. Vroeger kwam iedereen zich aan elkaar voorstellen. Nu zie ik ze enkel als er in het gebouw iets minder goed loopt, dan vinden we elkaar wel. Er zijn ook veel wissels. Ik merk dat het veel gemakkelijker is om contacten te leggen als je kleine kinderen hebt. De kinderen spelen met elkaar en je slaat al gemakkelijk eens een babbeltje.

Voor mij zijn de weekends de moeilijkste momenten. Mijn kinderen hebben me een kat gegeven. Maar die ligt hier maar te slapen. Die miauwt niet eens terug. Ik zit dan twee dagen alleen, na een papadag, waarop ik veel aandacht gekregen heb. Ik mag niet verlangen dat ze alle dagen komen. Maar dan voel je je alleen.

Als ik me alleen voel, dan probeer ik ergens naartoe te gaan waar er mensen zijn. Ik probeer regelmatig te gaan wandelen in Wachtebeke. Ik durf daar dan wel eens ene te gaan drinken. Je moet zelf initiatief nemen om iemand aan te spreken. Je knoopt een gesprekje aan en de ander is dan ook weer content dat hij een babbel gehad heeft. Ik kom daar vaak, op den duur kom je daar dezelfde mensen tegen. Als je er passeert beginnen er spontaan een aantal mensen van achter het glas in de cafetaria te zwaaien. Dat zijn ook mensen die eenzaam zijn.

Ik kan me ook eenzaam voelen als ik in gezelschap ben. Als je geen aansluiting vindt met de groep. Mensen kunnen je voor spek en bonen laten staan.

Vroeger kwam de boer aan huis zijn melk verkopen, had de postbode nog wat tijd en bracht de bakker de heerlijke geur van verse pistolets aan huis. Je legde een connectie, een korte babbel en dat deed deugd!

De Week van Verbondenheid is een initiatief van Samenlevingsopbouw en Bond Zonder Naam. Meer informatie vind je hier: www.weekvanverbondenheid.be

bottom of page