top of page

Samenwonen niet (altijd) meer afgestraft


Goed nieuws voor mensen die, om kosten te besparen, een woning delen. Het Hof van Cassatie, het hoogste rechtscollege van België, besliste op 9 oktober 2017 dat zij niet noodzakelijk ‘samenwonenden’ zijn voor de bepaling van een uitkering.

Tot nu toe beschouwden de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) en andere sociale zekerheidsinstellingen mensen die op hetzelfde adres wonen vaak als ‘samenwonend’, zelfs wanneer het niet om koppels ging en ieder zijn eigen kosten van levensonderhoud droeg. Dat had als gevolg dat betrokkenen slechts recht hadden op een lagere uitkering in plaats van die voor een alleenstaande. Bovendien werd gesanctioneerd met terugwerkende kracht, waardoor uitkeringen soms moesten worden terugbetaald. Soms kwam daar nog een sanctie bovenop omdat een valse verklaring zou zijn afgelegd.

Heel wat jongeren die op eigen benen willen of moeten staan, huren een kamer in een huis dat ze met anderen delen. Ook voor meer en meer oudere mensen met een uitkering is dat de enige manier om een betaalbare woning te vinden.

Het Hof van Cassatie heeft nu geoordeeld dat het sociaal-economisch voordeel van het samenwonen onvoldoende is om de bewoners als samenwonenden te beschouwen.

Uit het arrest: “Daarvoor (om hen als samenwonenden te beschouwen, nvdr) is tevens vereist dat zij ook taken, activiteiten en andere huishoudelijke aangelegenheden, zoals het onderhoud van de woonst en eventueel het inrichten ervan, de was, de boodschappen, het bereiden en nuttigen van de maaltijden gemeenschappelijk verrichten en daarvoor eventueel financiële middelen inbrengen.”

De bewijslast hiervoor ligt wel bij de uitkeringsgerechtigde die met andere personen onder een zelfde dak woont. Als aangetoond wordt dat de gemeenschappelijke regeling beperkt is tot het delen van huur, lasten en van een aantal ruimtes, is er dus geen sprake van samenwoning en hebben de bewoners recht op uitkeringen als alleenstaande.

Toch nog opletten

Deze uitspraak geldt niet alleen voor de partijen die dit proces hebben aangespannen. Omdat het Hof van Cassatie de opperste rechtbank is, moeten alle lagere rechtbanken en hoven hiermee rekening houden bij hun eigen vonnissen en uitspraken. Als de RVA dit niet doet, zal elke rechtbank haar dus moeten veroordelen.

Het arrest ging nu enkel over inschakelingsuitkeringen voor jongeren maar zal naar verwachting ook een impact hebben op de interpretatie van samenwonen voor alle werkloosheidsuitkeringen en op andere takken van de sociale zekerheid en de sociale bijstand. Dus ook voor leefloners kan dit in de toekomst een grote stap vooruit zijn.

Een grote vooruitgang, maar dus toch nog opletten geblazen! Als je zelf een uitkering krijgt en een woning deelt, is het geen slecht idee de afspraken met je medebewoners op papier te zetten, zodat je indien nodig kan bewijzen dat je niet echt een gezamenlijk huishouden vormt.

Uiteindelijk zou de overheid dringend werk moeten maken van een aangepaste regelgeving rond medehuur en cohousing. En van meer betaalbare woningen natuurlijk.

bottom of page