Een paar weken terug mochten wij de vleesgeworden afkeer van onrecht ontmoeten. In Oostende woont ze, in Steine meer bepaald. Maar Monique zet haar afkeer om in strijdvaardigheid, een kracht die ze naar eigen zeggen uit de Beweging put. “Van jarenlange armoede word je apathisch en hou je geen kracht meer over. Vandaar het belang van de Beweging. Zij brengt ons samen. Zonder die vereende krachten keren we terug naar de tijd van Daens”.
Zed a mulle van lintjes, zo zeggen ze dat in het sappige dialect van de koningin der badsteden. En het is waar: duw bij Monique Van Haudenhove op de play-knop en haar enthousiasme is niet meer te stoppen. Dik vier jaar nu is ze actief bij de Beweging, en daar heeft ze nog geen seconde spijt van gehad.
Monique: “Ik ben er in gerold via een opbouwwerkster van Samenlevingsopbouw, die ik had ontmoet in het wijkhuisje in onze wijk in Stene. Ze vertelde me over de Beweging en vroeg me of ik interesse had. Dat had ik. Ik ben met een klein hartje naar een bijeenkomst getrokken en werd meteen in een groep van goed twintig mensen gegooid. Maar het rare was: ik voelde mij daar meteen op mijn gemak. Ik voelde er direct een grote verbondenheid. Tijdens de pauze was er voor iedereen een kom soep – een fijne gewoonte hier – en sloeg ik links en rechts aan de praat. En ik voelde dat mensen mij aanvaardden, ik voelde erkenning. Alleen jammer dat ik de Beweging niet veel vroeger heb leren kennen. Dan had ik nog veel meer kunnen doen en zelf sterker kunnen staan.”
Gerespecteerd
Monique had haar stek gevonden. Op z’n eentje vermag wie in armoede leeft helemaal niks, maar bij de Beweging voelde ze dat ze een steen kon verleggen.
Monique: “Dat wou ik al zo lang, alleen had ik de kracht niet. Hoe groter de groep, des te groter de kans dat je iets in beweging kan krijgen. En dat is nodig, want het gaat niet de goede kant uit met de armoedecijfers in ons land. Dat kan ook moeilijk anders, er zijn nauwelijks politiekers te vinden die aandacht hebben voor armoedebestrijding. Al wil ik graag een uitzondering maken voor schepen Tom Germonpré van Oostende, die bijzonder veel aandacht heeft voor kinderen in armoede.”
Waar heb je de voorbije jaren met de Beweging het verschil kunnen maken, denk je?
Monique: “De Gezondheidsdialoog, waaraan we samen met het wijkgezondheidscentrum, de ziekenhuizen, de mutualiteiten en de stad meer dan een jaar hebben gewerkt, heeft toch wel zijn vruchten afgeworpen, denk ik. Via de Beweging hebben we een heleboel getuigenissen uit de eerste hand verzameld. Ik had toen het gevoel dat we door de diverse partners werden gerespecteerd. En vooral: er werd geluisterd.”
Vuur
Jarenlang kwamen de mensen van de Oostendse Beweging één keer per maand samen, net zoals dat in Gent gebeurt. Vorig jaar echter besliste men aan de kust dat dit niet meer volstond.
Monique: “We hebben nu twee bijeenkomsten per maand. Eén keer om het lopende jaarthema te bespreken, een andere keer om het over alle andere zaken te hebben. Het is belangrijk dat we dat doen. Er zijn nog wel gelegenheden waarop meerdere facetten van de armoedebestrijding worden besproken, maar hier krijgt iedereen de kans om aan het woord te komen. En vooral: het is geen academische praat. Eerder dit jaar waren we op de voorstelling van de kortfilm Take good care of my baby van Nicolas Daenens. Die werd integraal gefilmd in de wijk De Nieuwe Stad, hier in Oostende. De film werd voorafgegaan door een toelichting van drie professionelen uit het veld. Maar heel dat powerpointgedoe was alleen maar bedoeld voor universitairen. Een uiteenzetting van anderhalf uur voor een film van 25 minuten. Ik had het gevoel dat het niet over de essentie ging, maar over de lezing zelf.”
Met dat klein hartje waarover Monique het had, blijkt het nogal mee te vallen. En ook vuur ontbeert ze niet.
Monique: “Ook al zijn de middelen van de Beweging heel beperkt en doen de mensen hier wat ze kunnen, toch zouden we moeten proberen om nog meer mensen in armoede te bereiken. Want er zijn er steeds meer. Als de Vlaamse en Belgische beleidsverantwoordelijken meer tijd steken in armenbestrijding dan in armoedebestrijding, kan je natuurlijk moeilijk mirakels van de Beweging verwachten. Hooguit kunnen wij er voor zorgen dat het niet nóg slechter wordt. Maar dat zijn we dan ook vast van plan”.