top of page

Over loze beloften en dakloze liefde

Banken hebben ze nooit beroofd en de politie is niet massaal naar hen op zoek. Toch hebben ze iets van Bonnie en Clyde. Misschien zijn het hun namen, maar veel meer nog hun onafscheidelijkheid. Want spijts alle ellende – of misschien net daardoor – krijgt geen mens er een wig tussen gedreven: Jessie en Juanito. Ze vertelden ons hoe je liefhebt zonder dak boven je hoofd.

Een mens mag dat niet denken, maar je gedachten dwalen in een flits wel eens af naar de kogelregen waarmee Bonnie Parker en Clyde Barrow in de jaren dertig om het leven werden gebracht, wanneer op de radio wordt bericht over dat andere, Brusselse, duo, dat een geheel eigen interpretatie meende te moeten geven aan het verhaal van Robin Hood. Nemen van de rijken en het aan de armen geven, moesten we dat nu gewoon eens omdraaien, was de simpele redenering. En dus verrijkten ze zich schaamteloos met geld dat voor de daklozen was bestemd.

Moedeloos

Om eerlijk te zijn, zijn we eigenlijk blij dat de Samusocial-beerput op het moment van het gesprek met Juanito en Jessie nog niet was opengetrokken. Als je zelf over een knus nest beschikt en dakloos Brussel net die PS-drek over zich heen heeft gehad, wat zeg je dan aan de dakloze die recht tegenover je zit?

Al is de woede er natuurlijk niet gekomen met de schaamteloosheid van Mayeur en co. Een groot deel van de politici van dit land heeft altijd al veel meer interesse gehad in de vele mandaten in de talrijke huisvestingsmaatschappijen dan in voldoende waardige sociale woningen. Eerlijk is eerlijk: de graaicultuur beperkt zich lang niet tot één politieke partij.

Des te opmerkelijker is dan ook de zachte toon van Jessie en Juanito. Opgekropte woede, revolte of op zijn minst een gezonde dosis kwaadheid? Niks van dat alles bij het sympathieke koppel. Hooguit een zucht van moedeloosheid, gelatenheid ook af en toe.

Brandblussers

Jessie (35) en Juanito (44) zijn 10 jaar samen. En daar zit geen sleet op, integendeel. Naadloos vullen ze mekaar aan. Jessie is het sinds 5 jaar niet meer, maar Juanito is al een paar jaar weer dakloos.

Juanito: “Ik hád een sociale woning, maar ik ben ze kwijt geraakt. Door een longontsteking nog wel. Die was van die aard dat ik op intensieve zorgen van het Algemeen Ziekenhuis Jan Palfijn ben beland, het voormalige OCMW-ziekenhuis. Het Sint-Lucasziekenhuis weigert steevast daklozen en stuurt die door naar Jan Palfijn. Ik zou in hun plaats die ‘Sint’ toch maar schrappen. Tijdens mijn opname werd bij me ingebroken. Omdat ik gehospitaliseerd was en mijn slot was geforceerd, werd er een nieuw geplaatst. Na mijn ontslag uit het ziekenhuis moest ik me dus bij de politie aanmelden om in mijn eigen huis binnen te geraken. Bij aankomst bleek dat binnen een aantal brandblussers waren leeggespoten. ‘We gaan niet naar binnen. En jij ook niet’, dat was het enige wat ik te horen kreeg. De nachtopvang was wat me restte.”

Niks hebben en bestolen worden

De nacht doorbrengen in Huize Triest, in de vogelkijkhutten van de Bourgoyen of in een tentje onder de brug aan de Kristallijn, douchen in de Blaarmeersen of in de nachtopvang,… Wie zo op de dool is, kan maar beter niet Pascale Peraïta (de Brusselse OCMW-voorzitster, die in opspraak kwam in het daklozenschandaal) tegen het lijf lopen.

Jessie: “De nachtopvang is ook niet altijd veilig, zeker niet voor vrouwen. En er wordt ook heel veel gestolen. Vaak laat je je hele hebben en houden ergens in vertrouwen achter. Je kan toch niet heelder dagen alles overal meesleuren. Maar dat vertrouwen wordt vaak beschaamd. Je hebt dan al zo weinig, en dan nog moet je iedere keer weer van nul herbeginnen. Gelukkig bestaat nu het plan om in het Baudelopark in lockers voor daklozen te voorzien."

Jessie heeft op dit moment een invaliditeitsuitkering, Juanito een vervangingsinkomen van het OCMW.

Juanito: “Het OCMW stuurt mij regelmatig naar het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) van de stad. Op die manier kan je huren met huursubsidies. Nu kom ik daar nog niet voor in aanmerking. Bovendien werkt het SVK met een ingewikkeld puntensysteem en blijkbaar heb ik nog niet voldoende punten verzameld. Het heeft allemaal te maken met je gezinssituatie, je inkomen en of je wel lang genoeg Gentenaar bent. Ik had op een bepaald moment 56.000 euro schulden bij de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO), nu gelukkig al wat minder. Mijn kinderen zijn ondertussen meerderjarig, maar de schulden smelten daar niet mee weg natuurlijk. En zeggen dat ik ze nauwelijks zag. Ik heb indertijd het bezoekrecht niet opgeëist. Ik zou er hun moeder mee in de misère hebben gestoken, dat wou ik niet. “

Trieste feesten

Juanito: “We hebben lange tijd gebruik gemaakt van de nachtopvang. ’t Zijn verschrikkelijk lange dagen. Want je wordt wakker, je staat op, en dan? Geen enkel plan, geen enkele activiteit. En tijdens de Gentse Feesten is de nachtopvang gesloten. Dan maar naar Huize Triest. Die naam is niet gestolen, dat kan ik je verzekeren. Je zit er met veel te veel op één kamer. Een alternatief is de mannenopvang in het Prinsenhof. Maar die kost, alles inbegrepen, 785 euro per maand. Daar kom je dus buiten met een berg schulden.”

Jessie: “Toen ik in het opvangtehuis woonde, is op een bepaald moment een man langs geweest die mij een huis aanbood tegen een normale prijs. Daar woon ik nu nog steeds. Juanito mag niet bij mij intrekken, want dan verliezen we veel te veel. Maar toen ik dus dat contract had getekend, moest ik meteen opstappen, ook al kreeg ik pas veertien dagen later de sleutel. Op straat dus maar weer.”

Het SVK beloofde Juanito dat het hem over 6 tot 8 maand een woning kan toewijzen. Maar dat is lang, heel lang. Hij wordt er een beetje moedeloos van.

Juanito: “Je wordt het inderdaad soms wel eens moe, ja. Bij het CAW bijvoorbeeld vragen ze je telkens weer het ei uit je gat. Wat voor zin heeft het in godsnaam om iedere keer opnieuw over mijn studies te beginnen? Zo komt het dat daklozen wel eens een kort lontje hebben, zeker als ze ook nog drinken. Er is vaak ruzie onder daklozen. Maar toch blijf je bij de groep. Je hebt die nodig, alleen is het leven op straat te gevaarlijk”.

foto: Marlies van Gelder

bottom of page