“Ik heb geen zittend gat”, zegt Karla, wanneer we net zelf zijn gaan zitten in haar knusse appartement. Dat is, nou ja, een understatement. Het is geen sinecure om haar zelf uiteindelijk op een stoel te krijgen, want ook al heeft ze bezoek, ze is bezig met duizend-en-één dingen.
Wie Beweging zegt, zegt Karla en wie Karla zegt, zegt Beweging, zo lijkt het soms wel. En toch is dat niet helemaal juist, want de bezige bij was er niet bij toen de Beweging van start ging. Althans niet fysiek.
Karla: “Ik was op de hoogte van de oprichting. Met mijn hart was ik er bij, maar het heeft nog vijf jaar geduurd vooraleer ik overstag ging. Ik wist niet aan welke kant ik moest staan. Je moet weten dat toen veel meer het onderscheid werd gemaakt tussen vrijwilligers en gezinnen. Men wou mij er bij als vrijwilliger, maar dat was heel moeilijk voor mij. Want ik kwam de gezinnen dagelijks tegen: op straat, op de bus, bij de bakker,… Ik moest er naast staan, terwijl ik er tussen stond. Uiteindelijk ben ik, in 1988, bij de Beweging gekomen, als vrijwilliger, niet als ‘gezin’. Dat bleef moeilijk, té moeilijk, en dus heb ik op een bepaald moment gezegd: foert, ik ga wél naar de bijeenkomsten.”
Getuigenissen en spreekbeurten
Het spel zat op de wagen, Karla was nu pas écht vertrokken. Zowat alles wat ze kon doen in de Beweging, heeft ze dan ook gedaan.
Karla: “Ik heb het secretariaat gedaan, ik heb samen met Lieve en Simonne twintig jaar lang het onderzoeks- en documentatiecentrum beheerd. Twintig jaar, daarna werd de subsidiekraan dichtgedraaid. Ik heb meegewerkt aan het Algemeen Verslag van de Armoede van de Koning Boudewijnstichting en ATD Vierde Wereld. Begin jaren negentig was dat. We hebben toen twee jaar lang getuigenissen verzameld van mensen in armoede. Tien jaar heb ik spreekbeurten gegeven voor scholen en het Rode Kruis”.
Kleine overwinningen
Het is tot op vandaag de bedoeling om op basis van getuigenissen van gezinnen in armoede het beleid te sturen. Daar staat Karla nog steeds voor het volle pond achter. Maar lukt dat eigenlijk voldoende?
Karla: “Mondjesmaat. Maar af en toe boeken we een succesje. We hebben verkregen dat er studiebeurzen zijn gekomen voor lagereschoolkinderen. We hebben verkregen dat ouders wiens kinderen geplaatst worden een deel van het kindergeld behouden. Een tijdelijke plaatsing is soms een oplossing, maar dan moet er ondersteuning zijn. Het zijn kleine overwinningen, maar het is mijn motto: zorgen dat er om ons heen kleine dingen kunnen veranderen. Waarom zijn we hier anders? Ik heb geprobeerd dat ook aan mijn kinderen door te geven. Als de armen er op vooruit gaan, wordt de maatschappij daar beter van. Weet je, ik kan geen onrecht verdragen, ik ga altijd in het verweer. Iedereen maakt fouten, maar als we altijd allemaal ja knikken, tja …”