top of page

Kloof tussen laag- en hoogopgeleiden blijft stijgen


Werklozen, eenoudergezinnen en personen met de laagste opleiding zijn het meest kwetsbaar voor armoede. Dat blijkt uit cijfers die het Belgisch statistiekbureau Statbel publiceert. De kloof tussen laag- en hoogopgeleiden stijgt.

Vorig jaar werd 15,9 % van de Belgische bevolking beschouwd als een risicogroep voor monetaire armoede. Het gaat om mensen die in een huishouden wonen waarvan het totale beschikbare inkomen lager ligt dan 1.139 euro per maand voor een alleenstaande. De risicogroep is nog altijd even groot als tien jaar geleden.

Er zijn een aantal bevolkingsgroepen die duidelijk meer risico lopen dan anderen. Het aantal huurders in de risicogroep bedraagt meer dan 36% en stijgt, terwijl dat bij de eigenaars minder dan 9% is en daalt. Werklozen lopen in bijna de helft van de gevallen risico op monetaire armoede.

Bij alleenstaande ouders zit bijna 40% in de risicogroep. Dat cijfers heeft een paar jaar gedaald, maar is nu weer even hoog als tien jaar geleden. Het ligt ook veel hoger dan bijvoorbeeld bij gezinnen met twee ouders en twee kinderen, waar amper 8,5% risico loopt.

Voor een goed begrip: dit is uiterst waardevolle informatie. Alleen weten wij niet altijd hoe we een gezicht moeten geven aan al de mensen achter die cijfers.

Bron: vrtnws

bottom of page