top of page

Het recht op waardig wonen zou geen strijd mogen zijn


Een (sociale) woning vinden, verhuizen, alle maatregelen treffen om ook je telefoonaansluiting, gas, water, elektriciteit, internet en god-weet-wat-nog allemaal verhuisd te krijgen, … Je moet er bijna een diploma voor hebben. En dan hebben we het nog niet over de stress die zo’n verhuis meebrengt. Armslag. ging Liesbeth, Els, Manuella, Armand, John en Michael vragen hoe het hen verging bij hun verhuizing.

Housing First. Het principe is klaar als pompwater: zorg dat mensen over een volwaardige woning beschikken. Pas dan kan je werk maken van al hun andere noden. Dat wist zelfs Axel Daeseleire. Alleen volstaat het niet om tot een inzicht te komen, er moet ook actie volgen. En daar wringt waak het schoentje.

De wooncrisis in Vlaanderen neemt nog elk jaar toe. Steeds meer mensen komen in een precaire huisvestingssituatie terecht. Met maar liefst 120.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning hoeft dat niet te verbazen. Dat zijn 120.000 mensen die zonder veel financiële middelen op zoek moeten naar een woning op een zeer krappe huurmarkt. Gevolg? Ze betalen soms torenhoge huurprijzen voor woningen van slechte kwaliteit, met hoge energiestookkosten als gevolg van gebrekkige isolatie (Bron: Netwerk Tegen Armoede).

Er werd de voorbije jaren meer geïnvesteerd in sociale woningen en huursubsidies voor wie op de private markt is aangewezen, maar nog altijd veel te weinig. Het rapport van het Crisisplatform wijst uit dat maar liefst 84 % van de Vlaamse woonsubsidies naar eigenaars en kopers gaat, vooral via de Woonbonus. Die kopers hebben daar niets aan, want de Woonbonus zorgt er vooral voor dat prijzen verder opgedreven worden. Wie huurt, blijft achter met een veel te beperkt budget.

Daarom pleiten de organisaties in het platform voor een heroriëntering van die Woonbonus richting sociale en private huurmarkt, met meer investeringen in sociale woningen, versterking van de sociale verhuurkantoren én meer huursubsidies voor wie op de wachtlijst staat. Tot vandaag is daar allemaal nog niet veel van in huis gekomen.

Schollaert

Daarom is het voor velen nog altijd behelpen. En jarenlang op wachtlijsten staan. Daar weet Liesbeth over mee te spreken.

Liesbeth: “Ik sta acht jaar op de wachtlijst van Woningent. In die periode heb ik drie voorstellen gekregen. De eerste woning die ze me aanboden was veel te klein, ik zou het grootste deel van mijn meubelen hebben moeten verkopen. In de tweede waren er veel te veel trappen. De derde heb ik nu wel aanvaard. Die is wel echt dik in orde. Ik ben dus heel blij nu, ja. Ik ga vanaf februari in een ruim appartement wonen, voor een huurprijs van 185 euro. Nu betaal ik bijna 500 euro, voor een studio. Ik woon daar nu twee jaar. Daarvoor woonde ik ook in het centrum van de stad, in een studio waarvan op een bepaald moment de verwarming niet meer werkte. De huisbaas heeft me toen de woning aangeboden waar ik nu nog even woon. Redelijk in orde, maar veel te duur.”

Een woning vinden is één ding, verhuizen nog een ander. De hoogbejaarde Armand verhuisde niet zo lang geleden van één van de blokken aan het Winston Churchillplein naar dienstencentrum annex rustoord De Thuishaven aan het Neuseplein.

Armand: “Bijna dertig jaar woonde ik in mijn sociaal appartement. Aangezien we verplicht waren de woning te verlaten en iets anders te zoeken en gezien mijn leeftijd, heb ik dan maar besloten naar De Thuishaven te komen. Franky en de sociaal assistent van het OCMW hebben alles geregeld voor mij, tot en met de huur van de camionette.

In het begin zag ik het wel niet zitten. Als je na zo’n lange tijd te horen krijgt dat je nest zal worden afgebroken, dat komt wel aan. Ik heb het ook pas zes maand geleden vernomen, hé. Maar goed, hier zit ik goed. Ik heb hier alles wat ik nodig heb, drink elke dag mijn pale-ale, heb hier een vriendin. En ik kom nog heel veel buiten. Ik heb me altijd al goed kunnen schikken naar de situaties die zich voordeden.

Wat ik wel een beetje raar vond, is dat de man van het OCMW er zo op gebrand was dat ik zou verhuizen met de firma Schollaert. Maar ik vond die veel te duur, die zouden mij 1.000 euro hebben gekost. Toen hij vernam dat ik niet op het voorstel inging, is hij heel kwaad geworden. “Je kan maar zien dat alles hier weg is! Ik heb spijt dat ik je in De Thuishaven heb gehuisvest!”, riep hij me toe. Ik ga dat hier niet uitspreken, maar dat zet je toch aan het denken, hé? Als dat voor hem zo belangrijk is, dat iedereen met Schollaert verhuist, tja … Ik moet daar geen tekeningetje bij maken, zeker?”.

Uitgeleefd

Ook Manuella moest halsoverkop het Churchillplein verlaten. Vlak voor de zomervakantie van 2016 werden zij en haar buren op de hoogte gesteld. Twee hoorzittingen en een hoop verhuisperikelen later woont ze nu in de Appelstraat, waar ze graag woont.

Manuella: “Woningent beloofde te zoeken naar een andere woning, en dat hebben ze ook gedaan. Ik ben uiteindelijk in september vorig jaar verhuisd, met Schollaert. Maar een factuur heb ik nog steeds niet gezien. De breekbare dingen heb ik zelf verhuisd, en dat was ook nodig, want erg zorgzaam zijn die mannen niet.

Eigenlijk voelde ik me niet goed genoeg om te verhuizen, want ik had net weer een reuma-opstoot. Dat heeft de verhuis heel lastig gemaakt, maar ik wou mijn nieuwe woning niet aan mijn neus voorbij zien gaan. Ik betaal nu iets meer dan vroeger – 289 in plaats van 227 euro – maar mijn vorige woning was dan ook helemaal uitgeleefd. Ook hier zijn een aantal dingen niet in orde – er hangt permanent een onaangename geur in het toilet en in de slaapkamer tocht het – maar in vergelijking met vroeger is dit een paleis. “

God in Frankrijk

Ook John ervoer al meermaals dat verhuizen een zware opdracht is. En ook hij wachtte jarenlang op een sociale woning.

John: “Vijf jaar geleden heb ik me ingeschreven voor een sociale woning, samen met Liliane, mijn onlangs overleden echtgenote. Uiteindelijk konden we hier vorige lente intrekken. Tot dan betaalden we, op de privémarkt, 750 euro voor ons appartement, plus 150 euro algemene kosten. Dat laatste niet voor gas en elektriciteit en zo, maar voor de lift en het onderhoud van de traphal. We hadden 1.450 euro inkomsten. Dan weet je het wel, hé. We zaten in budgetbeheer en kregen 400 euro leefgeld per maand voor ons tweeën. Later is daar 200 euro bijgekomen. Ik werkte toen bij de stad en deed er veel overuren. Ik koos er altijd voor om die niet op te nemen maar te laten uitbetalen. We hadden het meer dan nodig. Hier betaal ik 375 euro per maand, brandverzekering inbegrepen, en zonder extra kosten. Ik voel me als God in Frankrijk (lacht).”

Nu zit John niet meer in budgetbeheer, maar doet hij wel nog een beroep op het CAW. Dat vindt hij erg zinvol.

John: “Francine van het CAW is fantastisch. Ze heeft me heel goed geholpen bij de notaris en zo, in verband met de erfenis van Liliane. Ik moest aan de belastingen bewijzen dat er geen nalatenschap was. Dat was wel een moeilijke periode. Na het overlijden had de bank de rekening geblokkeerd. En omdat in hun bestanden verkeerdelijk stond vermeld dat wij gescheiden waren, moest ik ook nog eens bewijzen dat dat niet het geval was.”

John heeft wel meerdere redenen om blij te zijn dat hij van zijn vorig appartement en diens eigenaar af is.

John: “Ik had foto’s genomen van de meters en de tekortkomingen. Gelukkig, want de huisbaas wou mij toch nog laten opdraaien voor schade die niet door ons was veroorzaakt. In de nieuwe woning moest alles nog geschuurd en geverfd worden: deuren, ramen, muren. Ik ben er Wendy en David ongelooflijk dankbaar voor. Die hebben hier bergen werk verzet. En Guy ook. Ik weet niet goed wat ik zonder hen zou gedaan hebben.”

Drugse Poort

Voor Michael was de verandering na de verhuis nog veel groter. Drie jaar lang was hij dakloos, maar sinds oktober is hij gehuisvest, via het Sociaal Verhuurkantoor. Daar stond hij zes maand ingeschreven, nadat hij eerder tweeënhalf jaar bij het OCMW op de lijst stond.

Michael: “Ik weet niet hoe het SVK dat doet. Eerst stond ik op de 7de plaats, daarna plots op de 14de, en na een opmerking ineens op de 1ste."

Ook bij Woningent staat hij nog steeds op de lijst, want zodra hij kan, wil hij weer verhuizen, weg van de privémarkt.

Michael: “Ik betaal 440 euro per maand, zonder de energiekosten. Die krijg ik tegen een verlaagd tarief, maar toch, met een inkomen van 800 euro spring ik niet ver. Ik heb gelukkig wel budgetbegeleiding. Ik heb 50 tot 75 euro leefgeld per week. Een voordeel is wel dat ik heel graag kook. En ik koop heel prijsbewust. Ik volg de reclameblaadjes heel goed.”

Tegenwoordig ziet Michael het leven wat positiever dan vroeger. Het gaat vooruit.

Michael: “Ja, het gaat vooruit. Dat moet ook, ik ben dertig geworden. Als het nu niet gebeurt, gebeurt het nooit meer. Ik moet nog een paar zaken op punt krijgen, en daarna ga ik werk zoeken. En hopelijk geraak ik ook aan een echte sociale woning. Hier betaal ik al bij al nog veel, en bovendien is de Drugse Poort geen droombuurt. “

Huisjesmelkerij

En ook Els heeft een lijdensweg achter de rug. Ook zij stond jaren op de wachtlijst, alvorens aanspraak te kunnen maken op een degelijke sociale woning.

Els: “Na vier jaar op de wachtlijst, heb je recht op een huurpremie van 150 euro per maand. De huurpremie is een financiële ondersteuning van de overheid, omdat zij niet binnen een redelijke termijn een sociale woning kan aanbieden. Maar die verlies je wanneer je een sociale woning weigert, want dan kies je er volgens de overheid zelf voor om op de wachtlijst te blijven staan. Omdat ik bij weigering van een sociale woning mijn huurpremie verlies, kom ik in de problemen met de wet op de collectieve schuldbemiddeling, want volgens die wet moet ik mijn best doen om mijn schuldeisers te betalen. En inkomensverlies – ook het verlies van een huurpremie – betekent dat ik niet genoeg mijn best doe om mijn schuldeisers te betalen.

Mijn wijkagente kwam wel heel snel langs voor de vaststelling van woonst, zodat mijn domicilie zo snel mogelijk in orde kon geraken. Dat was nodig, omdat mijn elektriciteitsmaatschappij weigerde om me op mijn nieuw adres het sociaal tarief toe te kennen, want zij wilden een bewijs dat ik daar recht op heb. Terwijl ik het op mijn oud adres ook al had. Een bewijs kon ik enkel opvragen bij de FOD Sociale Zekerheid, want langs die weg krijg ik mijn inkomen. Maar die stuurden me door naar de FOD Economie. Daar kreeg ik het antwoord dat mijn verhuis nog niet officieel was en ze dus nog niks konden laten weten aan mijn elektriciteitsmaatschappij én dat ik er ook nog rekening mee moest houden dat ze slechts driemaandelijks zo'n document met alle gerechtigden doorstuurt naar de elektriciteitsmaatschappijen. Waardoor ik maandenlang het volle tarief moest betalen, de rechtzetting gebeurde pas bij de eindafrekening.”

De vorige huisbaas van Els werd officieel beschuldigd van huisjesmelkerij, maar lang voor dat gebeurde was Els al kind aan huis in de rechtbank.

Els: “Mijn vorige eigenaar werd door de rechter verplicht alles te renoveren en te verkopen. Hij ging echter in beroep, waardoor ik nog wat kon blijven. Maar ik zat wel in een heel onzekere positie. Uiteindelijk heb ik er vijf jaar gewoond. Drie jaar daarvan was ik vaste klant bij de rechtbank. Of de trap stond op instorten, of hij wou het geregistreerd contract niet ondertekenen. In dat laatste geval kon ik niet anders dan procederen, want zonder die handtekening en zonder geregistreerd contract kon ik mijn huurpremie niet krijgen.”

Sinds november heeft Els die woonzekerheid wél. Net zoals het wooncomfort. Al moest ze daar wel zelf een beetje voor zorgen.

Els: “De studio was heel erg vuil. De kasten waren geel van het vet. Ik heb uren geschuurd. De werkman van Woningent zei bij de plaatsbeschrijving over de bruine vlekken op de vloer: ‘Dat is niet erg, dat gaan we niet noteren. Na jou komt er toch een nieuwe vloer’. Dat vond ik wel ongepast. En vervelend is ook wel dat de wijkagent nog steeds niet is langs geweest. Dat betekent dat ik officieel nog steeds niet ben verhuisd en voor mijn energierekening nog niet kan genieten van het sociaal tarief. Wat ik nu te veel betaal, wordt achteraf wel verrekend, maar ondertussen gaat nu wel maandenlang de volle pot van mijn rekening”.

Vodje papier

‘Iedereen heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Dit recht omvat het recht op een behoorlijke huisvesting’ staat sinds 1993 in artikel 23 van de Belgische Grondwet te lezen. Ook de Vlaamse Wooncode gaat uit van dit woonrecht: 'Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd' staat er.

Veertig jaar geleden zei Leo Tindemans: “De grondwet is geen vodje papier”. Maar dat was dus veertig jaar geleden.

bottom of page