top of page

U bent schuldig want u bestaat

Maak het maar mee: op de vlucht slaan voor oorlog en geweld en dan te horen krijgen dat je eigenlijk niet mag bestaan. Je bent illegaal. En alsof dat niet erg genoeg is, krijg je het verwijt naar je kop dat je een gevaar bent voor al de moeizaam bevochten verworvenheden van de plaatselijke bevolking – wij dus.

Op de Volksuniversiteit vonden ze het daarom tijd om onze vele vooroordelen over vluchtelingen en asielzoekers eens tegen het licht te houden. Vanessa en Franky sommen er enkele voor ons op.

“Zij krijgen alles en wij niets”

Asielzoekers krijgen zomaar een huis en een leefloon? Niet dus. Een vluchteling is pas een asielzoeker wanneer hij de procedure opstart om als dusdanig erkend te worden. Zonder die procedure ben je niet erkend, en dus een illegaal. En die heeft nergens recht op. Een vluchteling krijgt een kamer die hij met anderen moet delen. Veel problemen op één hoop, geen privacy. Eten en 1 euro per dag. Punt.

Wie geluk heeft kan terecht in een huis van een gemeente (geen sociale woning). De basisvoorzieningen worden betaald door Fedasil, plus 700 euro per maand om met het hele gezin van te leven. Eens erkend als asielzoeker moet je de opvang uit en zelf een woning zoeken. Net zoals de Belgische armen en daklozen krijgen ook zij dikwijls (of nog meer) de deur tegen hun neus van veel verhuurders. Voorrang bij de sociale woningen is er niet. Net als wij moeten zij geduldig (gemiddeld 10-12 jaar) aanschuiven.

“Ze komen ons werk afpakken”

Een nog niet erkende azielzoeker mag niet werken. Hij mag wel vrijwilligerswerk doen, cursussen volgen,... Zij die wel werken doen dat dan “in het zwart”. Tja, wat doe je als je niet mag werken? Akkoord, zwartwerk is een plaag, maar zolang wij onze lekkende kraan alleen maar goedkoop, en dus in het zwart, willen laten repareren, moeten we niet zagen.

Eens erkend mag werken wél, maar het is verdomd moeilijk. Ze spreken de taal niet (goed), hun diploma wordt niet erkend of gelijkgesteld, ze kennen de weg niet, … Door hun vreemd klinkende naam komen ze dikwijls niet verder dan het versturen van een sollicitatie die in de prullenmand eindigt.

“Ze hebben toch wel héél dure gsm’s”

Dat, samen met een zak kledij, voor zover niet gestolen, is dikwijls het enige wat hen nog rest. Ze hebben hun huis/familie/gezin/vrienden allemaal moeten achterlaten. Ze weten dikwijls niet hoe het gesteld is met degenen die achtergebleven zijn. Gunnen we hen dan helemaal niets? Zijn we zo laag gevallen dat we daarover gaan struikelen?

Wij als armen zouden toch net beter moeten weten door wat we zelf dagelijks meemaken, niet?

bottom of page